Er is een tekort aan bijna alles in vluchtelingenkamp Minawao
EO Metterdaad bezoekt een gebied waar meer dan 60.000 vluchtelingen neergestreken zijn, op de vlucht voor het geweld in Nigeria door Boko Haram. De gemeenschap ontvangt de vluchtelingen als hun mede broeders en zusters. Ze delen wat ze kunnen, maar met zoveel mensen vormt een tekort aan drinkwater en brandhout een groot probleem. Er wordt illegaal gekapt en de vlakte wordt steeds kaler. Kerk in Aktie is een bomenplantproject gestart; hierdoor raakt de dorre vlakte weer begroeid en verdienen mensen geld om een nieuw bestaan op te bouwen.
De verhalen van de vluchtelingen zijn schrijnend. Jonge jongens die onder dwang drugs gebruiken en daarna hun familieleden moeten vermoorden. Vrouwen die hun mannen verliezen. Kinderen die hun ouders voor hun ogen afgeslacht zien worden. Desondanks blijft de krachtige vrouw Zaruta bidden voor de mensen die deze wreedheden begingen, “Laat hen weer mensen worden, zodat ze anderen zullen gaan helpen in plaats van de samenleving vernietigen”. Ze verloor haar man aan het geweld en haar zoon Ibrahim werd levend begraven.